1. | Vipassana | Meditatie | 10 | ||||
2. | Liggen op de rug, adem in rechterbeen languit strekken paar cm boven de grond, rechterarm languit, adem uit, knie met de hand naar de borst en draai het hoofd naar rechts. Paar keer en daarna andere kant. | Losmaakoefening voor de schouders en rug | 15 | ||||
3. | Dvipada pitham
Lig op de rug, benen gebogen. Adem in breng bekken omhoog en armen recht omhoog. Adem uit breng rechterarm naar voren en bovenrug wervel voor wervel naar de vloer. Adem in breng rechterarm naar achteren en til het bekken op. |
Schouders/rug | 20 | ||||
4. | aardegroet:
|
Aardegroet, verbinding eerste en tweede chakra. | 35 | ||||
5. | Variant van utthita eka padungusta hasana
Kom staan, voeten heupbreedte. Adem in buig rechter knie en til op tot lieshoogte; handen in namaste. Adem uit strek been naar voren en breng de armen opzij op schouderhoogte. |
Staande houding voeten | 40 | ||||
6. | In de eerste krijger, armen gebogen langs de oren. Op de uitademing naar de trikonasana met armen in de zij. Adem in weer terug in de krijger | Staande losmaakoefening voor de schouders en rug | 45 | ||||
7. | Van de parsvotanasana naar de trikonasana | Dynamische staande losmaakoefening voor de schouders en rug | 50 | ||||
8. | Shalabhasana
Lig op de buik, hoofd naar rechts, benen gebogen, armen langs het lichaam. Adem in til bovenlichaam op en strek armen zijwaarts en benen languit. Adem uit kom terug in uitgangshouding met hoofd naar links. |
Achteroverbuiging | 55 | ||||
9. | Op handen en knieën, 1 been gestrekt naar achteren, adem uit kom naar voren met gewicht op de handen en been gebogen, adem in kom weer terug, aantal maal en dynamisch | Versterkende houding voor armen en schouders | 60 | ||||
10. | Diamantzit;
Adem in rechterarm omhoog kin omhoog Adem uit kin naar beneden, arm naar beneden en OM |
65 | |||||
11. | Savasana | Eindontspanning | 75 | ||||
Savasana (strand)
Ga liggen op je rug. Zorg dat je lekker ligt, je voeten vallen uit elkaar. Je armen liggen langs je lichaam, de handpalmen zijn omhoog. Doe je ogen dicht en ontspan.
Stel je voor dat je op het strand bent. Je loopt over het strand langs de zee. De zon schijnt, het is lekker warm met een zacht briesje. Je loopt langzaam langs de waterkant terwijl je om je heen kijkt. Langs de blauwe hemel zie je meeuwen vliegen. In de verte zie je de zeilen van een jacht, die voorbij zeilt.
Je begint je wat moe te voelen, dus je loopt een stukje verder het strand op van de zee vandaan. Je gaat liggen in het zachte zand. Je kijkt omhoog naar de blauwe hemel, waar af en toe een wolkje voorbij drijft.
Je voelt het zand onder je, het zand is zacht en warm. Je hoort de geluiden om je heen, de meeuwen die schreeuwen en de golven die breken op het strand. En het geluid van het zand als de golven weer terugtrekken naar de zee. Je voelt de warme wind op je gezicht en in je haar.
Je voelt jezelf een beetje verder zakken in het zand. Het zand ondersteunt je hele lichaam. Je hele lichaam voelt zwaar en ontspannen.
Voel je zelf ademen en laat langzaam de adem rustiger worden; je ademt diep en langzaam, je voelt de buik rijzen als je inademt en weer dalen als je uitademt. Je ligt daar een tijdje, je luistert naar de golfen, je voelt het warme zachte zand onder je.
Kom dan terug naar deze ruimte door te tellen van 5 naar 1. Doe langzaam je ogen open. Beweeg voorzichtig je tenen en vingers. Rek je uit, maak je zelf lang, misschien moet je gapen. Draai je op je rechterzij en kom tot zit.