van spanning naar ontspanning

1. Inleiding

1.1 Wat is ontspanning en wat is spanning?

Dit werkstuk gaat over de verschillen tussen ontspanning en spanning in het lichaam. Volgens de Van Dale is ontspannen het verkeren in een toestand dat de spanning is opgeheven, tot rust komen of de spanning er af halen of laten gaan. Spanning wordt omschreven als een toestand of omstandigheden dat iemands zenuwen, zijn aandacht of zijn verwachtingen gespannen zijn of overspanning. Overspanning wordt omschreven als het al te sterk spannen van iets of een toestand van overprikkeldheid die het gevolg is van het te veel vergen van zijn krachten en zenuwen.

1.2 Wat is stress?

Het woord voor spanning dat tegenwoordig veel wordt gebruikt is het Engelse woord stress. Door ons wordt het woord stress in deze context meestal in een negatieve sfeer gebruikt. Terwijl in essentie spanning, dus ook in het Engels stress, een natuurlijke reactie is van het lichaam. Stress heeft eigenlijk twee gezichten: aan de ene kant het vermogen van het lichaam om zich aan te passen in veranderde omstandigheden. Aan de andere kant kan het zelfs schadelijk zijn.

Stress is te definixc3xabren als een reeks van biologische en psychische mechanismen die op gang komen naar aanleiding van een rexc3xable of vermeende bedreiging van ons lichamelijk of psychisch evenwicht.

Stress is een natuurlijke kracht die ons in staat stelt te overleven. Te weten de vecht en vluchtmechanisme die in werking treedt als wij schrikken. Deze reactie is uitermate belangrijk als we een wilde beer of tijger tegenkomen. Op dat moment vlucht je of kies je er voor om te vechten. Het lichaam zorgt daarbij voor een ontlading van de stress. In de moderne tijd kan stress zinvol zijn, bijvoorbeeld bij een belangrijk examen, zoals de praktisch toets eind juni. De spanning zal er voor zorg dragen dat we optimaal alert zijn om de druk van de situatie het hoofd te kunnen bieden. Zonder spanning zouden we niet kunnen presteren. Daarna zal idealiter het lichaam zich herstellen en komt het terug naar de neutrale en ontspannen toestand.

Stress is dus positief zolang het ons helpt datgene te doen wat we willen of moeten doen. Het is een positieve spiraal die ons in staat stelt te leren, ons te ontwikkelen en te groeien. Het wordt echter anders zodra het een negatieve spiraal wordt, waarin het tegen ons gaat werken. De spanningsboog wordt dan te groot en het evenwicht raakt verstoort. Teveel spanning zorgt voor een te grote fysieke belasting. De stress wordt via het autonome zenuwstelsel in het lichaam opgeslagen. Stress verlaagt de pijngrens, waardoor klachten in het lichaam voelbaar worden. Dit is de moderne situatie waarin we veel beren en tijgers zien rondlopen, maar niet in staat zijn tot een lichamelijke reactie. De stress kan zich niet ontladen en blijft aanwezig in het lichaam, wat weer tot gevolg heeft dat het lichaam verstijft. Het kan zelfs leiden tot nog ergere gevolgen zoals is te lezen paragraaf 2.5 en 2.6.

Er zijn drie vormen van oorzaken van stress te onderscheiden.

  1. Fysieke stress: Dat kan zijn een tijdelijke overbelasting door een val of een ongeluk. Maar het kan ook een geleidelijke ontwikkelde belasting zijn door te lang en eenzijdig werk te doen met dezelfde bewegingen. Rsi is hier een goed voorbeeld van.
  2. Emotionele/mentale stress. Dit is een vorm van spanning die ontstaat door het verwerken van emoties en mentale druk. Het gaat om de erge dingen in het leven, maar ook om de alledaagse stress.
  3. Chemische stress. Dit is een overbelasting van ons lichaam door chemische verontreiniging van het lichaam. Het gaat daarbij om verontreinigingen die het lichaam binnenkomen via het eten, door inademen, de huid, injecties of straling.

1.3 Leeswijzer

In het eerste hoofdstuk hebben we gezien wat ontspanning en spanning is en wat stress is, hoe stress ontstaat en wat de gevolgen kunnen zijn. In het tweede hoofdstuk ga ik verder in op de vraag hoe ontspanning en spanning in het lichaam ontstaan. Ik kijk hierbij naar de spieren, het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Ook ga ik in op de relatie met emotie, de ademhaling en gedrag. In het derde hoofdstuk geef ik aan op welke wijze yoga er voor kan zorgen dat we kunnen ontspannen.

2. Hoe ontstaat spanning en ontspanning lichamelijk?

Spanning en ontspanning in het lichaam is een complex samenspel van de werking van de spieren, het zenuwstelsel en het hormoonstelsel. Als alles correct werkt spant het lichaam zich op het juiste moment aan en ontspant vervolgens weer.

2.1 Willekeurige en onwillekeurige spieren

Er zijn twee soorten spieren, te weten de willekeurige en de onwillekeurige spieren.

De willekeurige spieren zijn verbonden aan het skelet en die zorgen dat we kunnen bewegen wanneer we willen. Zijn staan onder invloed van de wil en kunnen samentrekken op commando. Zij zien er uit als gestreepte spieren. Zij kunnen zich samentrekken en heel snel inkorten onder invloed van een nerveuze prikkel of zenuwprikkel.

Daarnaast zijn er de onwillekeurige of de gladde spieren. Zij omgeven de (bloed-)vaten en de buizen van het lichaam. Zij vormen grotendeels de holle ingewanden en het spierstelsel van het spijsverteringskanaal, de kring en sluitsperen. Dit zijn krachtige spieren met langzame bewegingen en vallen buiten de directe werking van de wil; zij worden bestuurd door vezels van het zenuwstelsel.

2.2 Zenuwstelsel

Ontspanning en spanning in het lichaam worden gereguleerd door het zenuwstelsel. De activiteiten van het zenuwstelsel bestaan uit elektrische en chemische impulsen die automatisch reageren op ervaringen, emoties en herinneringen.

Een zenuwnetwerk van perifere en autonome zenuwen verzorgt de communicatie tussen hersenen en ruggenmerg en de rest van het lichaam. Dit netwerk ligt buiten het centrale zenuwstelsel en vertakt zich door het hele lichaam.

Het zenuwstelsel bestaat uit het autonoom zenuwstelsel en het willekeurig zenuwstelsel.

2.2.1 Willekeurig zenuwstelsel

Het willekeurige of animale zenuwstelsel zorgt voor de relatie met de buitenwereld door zintuiglijke waarnemingen en bewegingen. Het gaat hierbij om impulsen naar het centrale zenuwstelsel door gevoelens vanuit het lichaam, bijvoorbeeld pijn of druk. En het gaat om impulsen die worden opgemerkt door de zintuigen, bijvoorbeeld de ogen of de oren.

2.2.2 Autonoom zenuwstelsel

Het autonoom zenuwstelsel is het vegetatieve, onwillekeurige zenuwstelsel. Het staat niet onder invloed van de wil; het zorgt voor de instandhouding van de voor het leven noodzakelijke functies. Het heeft met name een relatie met de inwendige organen in de buik- en borstholte. Het zorgt voor regulatie van de orgaanstofwisseling (zoals spijsvertering, ademhaling, circulatie en excretie), voortplanting, de slaap en de temperatuurregulatie. Het autonoom zenuwstelsel wordt sterk bexc3xafnvloed door emoties.

Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit het sympathisch, het parasympathisch en het intramuraal zenuwstelsel.

2.2.2.1 Sympathisch zenuwstelsel

Het sympathisch zenuwstelsel is te vinden in het ruggenmerg, een aantal ingewanden en verschillende zenuwen naar de organen. Het zorgt ervoor om het lichaam in staat van paraatheid te brengen door de hartactie te stimuleren, de ademhaling te versnellen en het bloedglucosegehalte te verhogen. Dit doet zich voor bij verhoogde spieractiviteiten en stresssituaties. Dit sympathisch zenuwstelsel zet aan tot de fight, flight of fright- reacties. Daarnaast zorgt het voor het remmen van de activiteit van het spijsverteringskanaal en het heeft dezelfde functie als het hormoon adrenaline.

2.2.2.2 Parasympatische zenuwstelsel

Het parasympathische zenuwstelsel is de tegenhanger van het sympathische zenuwstelsel. Dit zorgt voor de herstel en rust , opslag en energiehuishouding. De spijsvertering wordt door het parasympatische zenuwstelsel geactiveerd. De centrale delen zijn gelegen in de hersenstam, van waaruit parasympatische zenuwen lopen naar alle organen waarheen ook sympathische zenuwen lopen. Een zeer belangrijke parasympatische zenuw is de nervus vagus die vele vegetatieve organen bexc3xafnvloedt.

2.2.2.3 Intramurale systemen

Tot slot zijn er nog de intramurale systemen. Dit zijn groepjes zenuwcellen in het lichaam waar de impulsen van het sympathische of parasympatische zenuwstelsel worden verwerkt.

2.3. Hormoonstelsel

Naast het zenuwstelsel is ook het hormoonstelsel van belang. In het lichaam worden diverse hormonen geproduceerd door de klieren hypofyse, schildklier, bijschildklieren, alvleesklier, bijnieren en gonaden. Ik ga alleen in op de hormonen die een relatie hebben met spanning en ontspanning in het lichaam.

2.3.1. Hypothalamus

De hypothalamus is een belangrijk regelcentrum die alle autonome en hormonale processen in het lichaam integreert. De hypothalamus is onderdeel van de tussenhersenen. De hypothalamus bevat regelcentra voor de werking van de hypofyse en het autonoom zenuwstelsel.

De hypothalamus scheidt het corticotropin realising hormoon (CRH of CRF) af  en het hormoon arginine-vasopressine (AVP). Deze hormonen zorgen voor signalen richting de hypofyse en de bijnieren.

2.3.2. Hypofyse

De hypofyse staat in verbinding met de hypothalamus en wordt gestuurd door de hypothalamus door zenuwprikkels of door productie van hormonen. De hypofyse is opgebouwd uit drie kliertjes: een voorkwab en middenkwab (de adenohyopfyse) en een achterkwab (neurohypofyse). Alle drie de onderdelen zorgen voor de productie van belangrijke hormonen. Ik ga voor dit werkstuk alleen in op de hormonen die worden geproduceerd door de adenohyopfyse, zoals de productie van adenocorticotroop hormoon (ACTH), dit hormoon zet de bijnierschors aan tot productie van glucocorticoxc3xafden, onder andere hydrocortison (cortisol). Cortisol is de tegenhanger van insuline, wat wordt geproduceerd door de alvleesklier.

2.3.3. Bijnieren

De bijnieren liggen gedeeltelijk bovenop en gedeeltelijk over de nieren heen. Elke klier bestaat uit twee delen: de bijnierschors en de bijniermerg.

2.3.3.1 Bijniermerg

Het bijniermerg produceert de hormonen adrenaline en noradrenaline. Samen zijn ze bekend als de ‘vecht- of vlucht’ hormonen, omdat ze het lichaam in staat stellen extra inspanning te verrichten om met gevaar of stress om te gaan.

Adrenaline heeft dezelfde werking als het sympathisch zenuwstelsel. Zij zorgt ervoor dat het lichaam in een actieve toestand geraakt door omzetting van glycogeen in glucose in de lever en in de spieren om het bloedglucosespiegel te laten stijgen, verder wordt het hartslagvolume verhoogt en stijgt de bloeddruk. De productie van noradrenaline beperkt zich tot vaatvernauwing en dus tot bloeddrukstijging.

Wanneer het gevaar of de stress over is, vermindert de adrenalineproductie en reageert het lichaam weer normaal.

2.3.3.2 Bijnierschors

De bijnierschors produceert een aantal hormonen, de steroxc3xafden, waarvan de meest belangrijke aldosteron en cortisol zijn.

Samen met de adrenaline zorgt de cortisol ervoor dat er voldoende glucose in het bloed beschikbaar komt en dat de energiereserves worden aangevuld. De cortisol zorgt er ook tijdelijk voor dat de weefselopbouw en voortplantingsfuncties op een laag pitje worden gezet. Dat betekent dat bijvoorbeeld het groeihormoon en geslachtshormonen worden afgeremd, en ook het immuunsysteem wordt aan banden gelegd.

Als het gevaar geweken geeft de cortisol negatieve feedback en remt zijn eigen productie af. Dat betekent dat het parasympathisch systeem weer overwicht krijgt op het sympathisch systeem en het evenwicht wordt hersteld. De hippocampus speelt hierbij een belangrijke rol. Het beleefde gevaar, de stressoor wordt opgeslagen in de hersenen, te weten in het gedeelte amygdala. In nieuwe bedreigende situaties zijn het de amygdala en de hippocampus die het gevaar herkennen, zodat we opnieuw snel en gepast kunnen reageren doordat we de omstandigheden van de bedreiging herinneren, zodat we opnieuw de stresshormonen adrenaline en cortisol kunnen produceren.

2.4 Emoties

Zoals hiervoor reeds is aangegeven kunnen emoties een oorzaak zijn dat er spanning in het lichaam ontstaat. Vervolgens treedt het stressysteem van het lichaam inwerking, waarbij een aantal gebeurtenissen in het lichaam optreden in het lichaam bij een bedreigende situatie. Het gaat daarbij om het fysiologische programma waarbij de hartslag, de bloeddruk en de ademhaling toenemen, de bloedtoevoer naar de hersenen en de bedreigde lichaamsdelen toeneemt en het mobiliseren van het brandstof door het vrij laten komen van glucose. En tegelijkertijd door het stopzetten van de programmaxe2x80x99s die belemmerend zouden kunnen werken als voeding, slaap, pijn, seksueel gedrag en voorplanting. Daarnaast is sprake van het gedragsprogramma dat is verbonden met angst. Waardoor we alert worden en in de verdediging of in de aanval gaan. Het onvermogen om emoties te beheersen kan een oorzaak zijn van stress.

De prana, de vitale energie of oerenergie die in alle vormen van leven aanwezig is, wordt verdeelt in het lichaam door het autonome zenuwstelsel. Dit autonome systeem staat onder invloed van het denken. Door negatieve emoties kan de pranastroom geblokkeerd raken wat er voor zorgt dat organen in dat gebied te weinig of geen prana krijgen.

2.5 Ademhaling

De adem en gevoelens zijn nauw verbonden met elkaar. De manier van ademen weerspiegelt de emotionele toestand. Een natuurlijke ademhaling is rustig en ontspannen en bevindt zich in de buik en de flanken. Bij een gespannen ademhaling bevindt de adem zich meer in de borst. Een onregelmatige ademhaling kan zorgen voor stress en pijn met hevige gevoelens. Anderzijds kan je zorgen voor meer ontspanning in het lichaam door je adem bewust te sturen van de borst naar de buik. Dus ontspannen ademen is natuurlijk, traag, gematigd en ritmisch.

Het lichaam heeft een natuurlijke spanning, tonus, genoemd. Zonder tonus kan je niet rechtop blijven staan of zitten. Als je wakker bent is deze tonus waar te nemen, als je slaapt is er minder tonus, zodat het lichaam zich kan herstellen. Gespannen spieren krijgen te weinig zuurstof en worden pijnlijk. Daarom is een goede ademhaling van belang. Training van gedachten en beheersing van de adem kunnen er tevens voor zorgen dat het mogelijk is om controle te krijgen over de pranastofwisseling in het lichaam.

Bewust ademen kan veranderingen in het ritme en de diepte van de ademhaling kan veranderingen teweegbrengen in de kwaliteit en de soort van peptiden. Peptiden zijn chemische stoffen die worden afgescheiden door de hersenstam die ondermeer subiele emoties overbrengen. Je kunt dit echter ook bexc3xafnvloeden door de adem in te houden of sneller te gaan ademen, waardoor de peptiden sneller oplossen in het cerebrospinale vocht, waardoor de homeostase herstelt wordt, te weten het feedbackmechanisme van het lichaam om zijn evenwicht te vinden en te handhaven.

2.6 Gedrag

Als het systeem in je lichaam goed werkt, dus je bent alleen gespannen wanneer nodig en daarna bevindt het lichaam zich weer in een ontspannen toestand, is er ware yoga, vrede, geluk en gezondheid mogelijk. Door ontspanning ontstaan scheppende gedachten. Ontspanning is een bron van scheppende kracht, zowel fysiek als psychisch. Het is de weg naar intuxc3xaftie.

Helaas is dit bij veel mensen niet het geval. Te veel lichamelijke inspanning en psychische overbelasting kan schadelijk zijn voor het lichaam. Overspanning kan zorgen voor stress. Maar aan de andere kant kan onderspanning zorgen voor een gevoel van lusteloosheid, geen zin om iets te ondernemen.

Als het lichaam maanden of langer in een overspannen situatie te hebben geleefd, wordt het steeds moeilijker te ontspannen. De spieren gaan verstijven, het lichaam verstart geheel en ten slotte kunnen zelfs verschillende ziekten ontstaan. Denk hierbij aan een hoge bloeddruk, vetophoping, insulineproductie die verminderd, ontstekingen die toenemen, hartklachten, botontkalking en invloed op de pijnverwerkende systemen en het immuunsysteem. Ook diverse xe2x80x9cmodernexe2x80x9d ziekten zou je kunnen zeggen dat zij een relatie hebben met stress. Denk hierbij aan ziekten als het chronische vermoeidheidssyndroom (CVS), fibromylagie (FM), reptitive strain injuri (RSI) en het burn-outsysteem.

In het gedrag zijn de volgende symptomen van stress waar te nemen: eenzaamheid, onzekerheid, concentratie- en geheugenverlies, telefoon niet beantwoorden, vermoeidheid en slaapstoornissen, huilen en wisselende stemmingen, ongeduldig en prikkelbaar, rusteloosheid, werkobsessie, dwangmatig handelen, verminderde eetlust of juist overmatig eten en ijdelheid.

Algemene tips om stress tegen te gaan zijn:

  1. Eet gezond, niet te vet, omdat vet voor meer stijging van cortisol zorgt.
  2. Beweeg voldoende.
  3. Zorg voor voldoende slaap.
  4. Stop met roken.
  5. Drink minder alcohol. Alcohol zorgt voor stijging van cortisol.
  6. Verminder de werkdruk; zorg voor betere balans tussen werk en privxc3xa9.
  7. Zorg voor voldoende sociale steun.
  8. Zorg voor ontspanning, zoals bijvoorbeeld yoga. Maar wees hierbij niet te fanatiek.

3. Waar moet een goede ontspanning aan voldoen?

In dit hoofdstuk werk ik tip 8 verder uit en concentreer mij hierbij op de yoga. Om stress kwijt te raken zal je dus meer moeten doen dan alleen yoga. Een leven vol rennen en vliegen, niet luisteren naar je lichaam met een uurtje yoga per week, of zelfs een uurtje yoga per dag, zal er niet voor zorgen dat deze stress zal verdwijnen.

Het lichaam verdient evenwel terdege aandacht naast het veranderen van gedrag. De yoga kent verschillende manieren om met stress om te gaan. Denk hierbij aan bepaalde lichaamsoefeningen (asanaxe2x80x99s), ademhalingsoefeningen, geleide fantasie en ontspanningsoefeningen.

3.1 Voorwaarden

Voorwaarden om te kunnen ontspannen is er voor te zorgden dat er zoveel mogelijk zintuiglijke prikkels zijn uitgeschakeld. Door te zijn in kamer waar je niet wordt gestoord. De gordijnen zijn dicht, het vertrek is half verduisterd, het raam kan gesloten worden. Zorg voor een goede temperatuur; niet te warm, maar ook niet te koud. Zorg dat je warme en makkelijke kleren aan hebt of bij liggende ontspanning een deken over je heen legt zodat je het niet koud krijgt. Schep een sfeer die gunstig is voor de ontspanning. Zet de bezorgdheid en onrust van je af. Door tegen jezelf te zeggen dat je kalm en ontspannen bent.

3.3. Aandachtspunten

Yoga is een manier om je bewust te worden van de chronische spanningen in het lichaam en het ontdekken waar de spanningen in het lichaam zijn vastgezet. De spanningen zijn vastgezet in de zwakke plekken van lichaam. Dat zijn risicoplekken bij stress. Bekende plekken zijn de bovenrug-schouders- en nekgebied. Stress is een teveel aan kracht of de kracht op de verkeerde plaats

Bij ontspanning gaat het om het ontspannen van de willekeurige spieren. Bij overmatige spanning zijn deze spieren krampachtig gespannen. De spieren blijven dan permanent verkrampt zonder dat kan worden losgelaten.

Bij ontspanning zorg je er voor met je verstand alle spanningen xc3xa9xc3xa9n voor xc3xa9xc3xa9n los te laten in het lichaam. Je gebruikt hierbij de wil, maar niet de harde maar niet harde wil, omdat het onmogelijk is de ontspanning te forceren.

3.4. Verschillende ontspanningstechnieken

Zoals reeds aangegeven zijn er verschillende mogelijkheden om te ontspannen.

Ten eerste door het doen van asanaxe2x80x99s. Eenvoudige oefeningen kunnen helpen om tot ontspanning te komen. Door het doen van bepaalde asanaxe2x80x99s span je in het lichaam verschillende spieren, waardoor je andere spieren los kan laten. Door het doen van oefeningen op lichamelijk niveau is het mogelijk om krachten die zich in het lichaam geleidelijk verkeerd hebben ontwikkeld, te verplaatsen zodat ze een andere functie krijgen door het lichaam niet verder te laten verstijven, maar te laten bewegen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorovergebogen staan tegen de muur waarbij de handen tegen de muur duwen. Het lijkt een gespannen oefening, maar door het aanspannen van de armen en benen, ontspannen de spieren in de rug. En het is juist daar waar veel spanningen kunnen zitten.

De tweede mogelijkheid zijn het doen van ademhalingsoefeningen. Een simpele mogelijkheid is het ademen naar de buik. Vervolgens zou de volledige ademhaling kunnen worden aangeleerd. Vervolgens kunnen oefeningen worden gedaan waarbij de inademing en uitademing wordt geteld, de uitademing langer wordt gemaakt dan de inademing en er sprake is van een pauze tussen de in- en uitademing en de uit- en inademing. Juist het ademen door de volledige longinhoud te gebruiken, maar ook door niet te veel in te ademen waardoor een overschot aan koolstofdioxine ontstaat, is het mogelijk om stress te verminderen. Fysiologisch is dit te verklaren door barreceptoren in de buik, die zorgen dat het hart langzamer gaat kloppen.

Overigens kunnen de ademhalingsoefeningen verder worden uitgebreid met diverse pranayama-oefeningen.

De derde en laatste en meest bekende ontspanningsmogelijkheid is het ontspannen liggen, dit kan op de rug in de savasana-houding, maar het kan ook op de zij of op de buik. Tijdens het liggen kan gebruik worden gemaakt van visualisatietechnieken, denk hierbij aan het liggen in een bos. Maar ook kan de zogenaamde yoga-nidra-oefening worden gebruikt, waarin alle spieren worden benoemd, en nog meer.

Omdat de meest gebruikte ontspanning in de yoga de savasana is, ga ik in de volgende paragraaf in op de opbouw hiervan.

3.2. Opbouw van savasana

Begin de savasana door te geeuwen, uit te rekken, de ogen uit te wrijven. doe alsof je slaap hebt en moe bent. maak jezelf klaar om je te laten gaan om alles van je af te zetten.

Doorloop vervolgens het hele lichaam van beneden tot boven, dus deel voor deel doorlopen om alle spieren te kunnen ontspannen. Het is ook mogelijk om te beginnen bij het hoofd en vervolgens naar beneden te gaan. Gebruik in ieder geval xc3xa9xc3xa9n manier.

Let erop dat het lichaam tijdens het ontspannen absoluut bewegingloos blijft. Beweging doet de spieren samentrekken waardoor de algehele ontspanning vertraagt. Je kan het lichaam nog een keer doorlopen. In het volgende stadium zou het mogelijk kunnen zijn om de staat van ontspanning waar te nemen door een gevoel van lome zwaarheid. Laat het lichaam zwaar worden en naar de aarde toe trekken.

Bij bexc3xabindiging hervat het contact met de dagelijkse wereld en breng de spieren en zenuwen tot de normale staat van waakzaamheid terug. Bal daarvoor de vuisten, rek je uit, wrijf de ogen uit en geeuw als bij het ontwaken uit een diepe en verkwikkende slaap.

4. Literatuurlijst

xc2xb7         C.A. Bastinaanssen en A.A.F. Jochems, Anatomie en fysiologie, Bohn Safleu Van Loghum, 1998

xc2xb7         R. Beintema, De kern van yoga, Ankh Hermes, 2001

xc2xb7         M. George, Relax, Lannoo, 1999.

xc2xb7         G. van Leeuwen, Stop rsi, Aramith, 2000.

xc2xb7         A. van Lysebeth, Yoga doen en begrijpen, Ank Hermes, 2003

xc2xb7         B. van Houdenhoven, In wankel evenwicht, over stress, levensstijl en welvaartziekten, Lannoo, 2005

xc2xb7         R. Polderman, Doe zelf yoga, De Driehoek, 1982

xc2xb7         M. Stiles, Yogatherapie voor lichaam en geest, Altamira Becht, 2002

xc2xb7         E. Wiersma, Body stress release, Ondersteuning van het zelfhelend vermogen, Ankh-Hermes, 2005

xc2xb7         www.chambres-relaxation.com

xc2xb7         www.stamcel.org

xc2xb7         www.trezorix.nl

xc2xb7         www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek