Om (AUM). Mogen onze oren het goede horen. O goden! Inspiratie tot offers!
Mogen onze ogen het goede zien.
Mogen wij hem dienen met al de kracht van ons lichaam.
Mogen wij ons gehele leven Zijn wil ten uitvoer brengen.
Moge vrede en vrede en vrede zijn.
1. Het woord Om (AUM) is het onvergankelijke; dit alles is zijn manifestatie. Wat is geweest, wat is, wat zal zijn- dit alles is Om. En alles wat aan gene zijde van de drie verdelingen van de tijd ligt, ook dat is Om.
2. Waarlijk al wat bestaat is Brahman. Het Zelf (Atman) is Brahman. Dit Zelf heeft vier staten (van bewustzijn).
3. De eerste staat van bewustzijn is vaishvanara, de wakende staat. Het bewustzijn is naar buiten gekeerd. Het heeft zeven ledematen en negentien monden. Hierin geniet het Zelf van grove materie.
4. De tweede staat van bewustzijn is taijasa, de droomstaat. Het bewustzijn is naar binnen gekeerd. Het heeft zeven ledematen en negentien monden. Hierin geniet het Zelf van de subiele materie.
5. De derde staat van bewustzijn is prajna, de droomloze slaapstaat, waar geen wensen en dromen zijn. In de diepe slaap wordt men een met het Zelf. Men is puur bewustzijn en gelukzaligheid.
6. Dit Zelf is de Heer van alles. Hij is alwetend. Hij is de bewoner van de harten van allen, de bron van alles. Begin en eind is Hij, schepper en oplosser van alle wezens.
7. In de vierde staat (turiya) is het bewustzijn niet naar binnen of naar buiten gekeerd, noch uitsluitend bewustzijn. Het is niet iets dat kent, noch iets dat niet kent. Het is onzichtbaar, men kan er niet over spreken, ongrijpbaar is Het. Het heeft geen kenmerken. Het is niet te bevatten. Zijn essentie is het bewustzijn van zijn eigen Zelf. Al het bestaande komt hierin tot rust; het is uiterste stilte, vrede, gelukzaligheid; de Exc3xa9n zonder tweede. Dit is de Atman, het Zelf. Dit dient gekend te worden.
8. Het Zelf klinkt door het woord Om; de staten van het Zelf corresponderen met de drie letters van het woord Om, de letter A, de letter U en de letter M.
9. De wakende staat, vaisvanara, komt overeen met de eerste klank, de A, die het alfabet opent en in alle letters meeademt. Hij die dit weet krijgt alles wat hij wenst; hij wordt eerste onder de velen.
10. De dromende staat, taijasa, komt overeen met de tweede klank, de letter U. Deze bevat de kwaliteiten van de andere twee staten. Hij die dit weet bevordert de stroom kennis en wordt wat hij weet. Niemand die van Brahman niet weet, wordt in zijn familie geboren.
11. De droomloze slaap, prajna, staat in verband met de derde klank, de M, deze weegt en is datgene waarin alles geabsorbeerd wordt. Hij die dit weet weegt alles en wordt alles.
12. De vierde staat, turiya, komt overeen met de vierde klank, met Om als Exc3xa9n, ondeelbaar Woord. Deze klank is geluidloos, onuitspreekbaar, al het gemanifesteerde komt hierin tot rust. Hier is gelukzaligheid, vrede de Ene zonder tweede. Waarlijk, Om is niets anders dan het Zelf. Hij die dit weet laat zichzelf in zijn Zelf verzinken, hij die dit weet.
[1] Mehdi Jiwa in De elf grote Upanishaden, Advaita Centrum, 2004
Beste Annemarie,
Wat een duidelijke beschrijvingen heb je gemaakt!
Ik zit nu in het derde jaar van Yoga & Vedanta. Ik begin nu met lesgeven en lessen maken. Mag ik van jouw gegevens gebruik maken ter ondersteuning van mijn eigen lessen en huiswerk over de verschillende houdingen?
Ik zag al meteen dat jij ook Y & V hebt gedaan, maar net voor mij vermoed ik.
Mijn complimenten! Met hartelijke groet en Namaste,
Erna