Nr. |
Oefening/asana |
Soort oefening |
Tijdsduur (cumulatief) |
|
1 |
Sukhasana/Virasana Kapalabhati |
Pranayama |
10 |
|
2 |
Losmaken nek; eenvoudige torsie |
Losmaakoefeningen |
15 |
|
3 |
Zonnegroeten |
Losmaakoefeningen |
25 |
|
4 |
Vrksasana, boomhouding |
Staande balanshouding |
30 |
|
5 |
Janu sirsasana |
Vooroverbuiging |
35 |
|
6. |
Polariteit, liggend op buik |
Polariteitsoefening |
40 |
|
7. |
Sprinkhaan |
Achteroverbuiging |
45 |
|
8. |
Viparita Karani, halve kaars |
Omgekeerde houding |
50 |
|
9. |
Yoga nidra |
Ontspanning |
60 |
|
1. Kapalabhati
Ga zitten in een makkelijke houding. Je rug is recht. Adem in de buik. Wees ook met je aandacht in je buik. Gebruik je buik als je uitademt door met je buikspieren je navel naar binnen te duwen.
Ga dan over tot de kapalabhati. Je ademt in en uit in stoten. Je inademing is dan kort en de uitademende stoten zijn lang. Je gebruikt hierbij actief je buikspieren. Je kan evt. je vingertoppen op de buik leggen om te voelen hoe de buik steeds naar binnen gaat.
Wat doet deze houding?
- Zuivert de ademweg
- Longinhoud wordt ververst
- Er komt veel zuurstofrijke lucht in de longen en veel zuurstof in het bloed
- Er ontstaat nieuwe frisse energie. Blokkades worden opgeruimd
2. Nek losmaken en torsie
Blijf zitten in de zittende houding. Op een uitademing beweeg je het hoofd naar links. Inademend weer naar het midden. Uitademend naar rechts, etc.
Daarna buig je het hoofd inademend naar achteren, leg het hoofd in de nek en uitademend kom je naar voren met de kin naar de borst. Herhaal dit enkele malen.
Beweeg dan met het linkeroor naar de linkerschouder op een uitademing. Op een inademing kom je weer terug. Op een uitademing het rechteroor naar de rechteroor. Adem in en kom weer terug. Herhaal dit ook enkele malen.
Terug in het midden kom je op een uitademing met de hele rug naar rechts. Zet je rechterhand achter je neer. Blijf zo even in deze torsiehouding zitten. Adem goed door. Herhaal daarna aan de andere kant.
3. Zonnegroet
Kom staan in tadasana met de voeten naast elkaar. Sta rechtop, sta stevig op de grond. Voel je verbonden met de aarde. Voel de opgestrektheid van je lichaam.
Breng op een uitademing de handen in namaste voor de borst door de handpalmen tegen elkaar aan te zetten. Adem in en breng je handen boven je hoofd. Maak je zelf lang. Het lichaam beweegt licht mee naar achteren, zodat je in een lichte achteroverbuiging komt te staan.
Adem uit en breng in een rechte lijn je romp naar voren tot je hoofd naar beneden is gericht. Zet de handen plat op de vloer naast de voeten. Indien nodig buig je de kniexc3xabn.
Adem in breng het rechterbeen naar achteren zo ver je kunt. Je staat dan in de houthakkershouding. Je kijkt recht naar voren. Het voorste been is gebogen met de knie boven de voet. Het achterste been is gestrekt.
Houd de adem vast en kom in de plankhouding. Je staat op de tenen, het hele lichaam is recht als een plank en je steunt op je handen.
Adem uit en kom naar beneden, je ligt op je buik, de billen zijn omhoog, je beweegt op een inademing als een stofzuiger naar voren totdat je in de cobrahouding staat.
Adem uit duw jezelf omhoog totdat je in de hondhouding staat. Je lichaam is gestrekt als in een driehoek. Blijf 5 ademhalingen zo staan.
Adem in en breng de rechtervoet naar voren totdat hij tussen de handen staat. Adem uit en breng de andere voet naast je rechtervoet, zodat je weer in de vooroverbuiging staat.
Buig de kniexc3xabn lichtjes en kom op een inademing omhoog met de handen boven het hoofd, de rug licht gebogen naar achteren.
Adem uit en breng de armen naar beneden.
Herhaal de oefening 5 maal. De eerste keer kan je de oefening langzamer doen door in elke houding een paar ademhalingen te blijven staan.
4. Vrksasana, boomhouding
Sta rechtop, plaats de voeten breed op de vloer, zorg dat je het lichaamsgewicht goed verdeeld hebt over de beide benen, beide voeten. Bouw rustig de houding van voeten tot kruin op, de benen staan op de voeten, het bekken rust op de beide benen, de rug is recht en lang, de schouders zijn rustig en ontspanen, het hoofd is recht, de nek lang en de kin is licht in de richting van het borstbeen. De armen hangen los langs het lichaam. Maak contact met de houding en met de adem.
Hou de blik gericht op een punt voor je op de grond. Verplaats het lichaamsgewicht naar het linkerbeen, de linkervoet. Zorg dat je op de hele linkervoet staat en blijft staan. De linkerknie blijft ontspannen/ is niet overstrekt. Hef het rechterbeen van de vloer, buig het been, pak de rechtervoet vast en plaats hem zo hoog mogelijk tussen de benen, de voetzool komt daarbij tegen de binnenkant van het linker dijbeen. Span goed de kuit en het dijbeen van het gebogen been aan, dit helpt de voet op zijn plaats te blijven. Vind dan het evenwicht. Adem goed door. Trek de buikspieren een beetje aan om je rug te ondersteunen. Adem in en breng de beide armen zijwaarts omhoog en de handpalmen boven het hoofd tegen elkaar. De armen zijn goed uitgestrekt, maar de schouders blijven laag en ontspannen.
Vind en behoud de balans. Het lichaam is uitgestrekt opgericht. Je lichaam staat stevig op het standbeen en op de hele voet, ook de binnenkant van de voet staat stevig op de grond. De knie van het gebogen been is goed opzij. De handpalmen blijven gesloten. Je ademt diep en regelmatig door. Voel de adem in de buik, in de borst en ook in de flanken. Richt je aandacht op de balans, op de rekking van rug en armen en op de adem. Voel het evenwicht tussen goed geaard zijn en opwaartse kracht
Breng op een uitademing de armen weer rustig zijwaarts omlaag. Laat tevens de voet weer rustig naar de vloer zakken. Sta weer stevig op beide benen. Laat de houding uitwerken, voel wat er gebeurt
Herhaal de asana dan staande op het andere been.
Werking/ Wat doet de houding?:
- Verbetert het evenwicht, zowel het lichamelijk als het geestelijk evenwicht.
- De rug wordt gerekt en hierdoor wordt de rug recht en de rug- en schouderspieren versterkt.
- Versterkt de beenspieren
- Versterkt het concentratievermogen
Contra-indicatie:
- Bekkeninstabiliteit
- Kort na de bevalling
- Epilepsie
5. Janu sirsasana, knie-hoofdhouding
Janu = knie, Sir of Sirsh = hoofd
Ga op de grond zitten met de benen recht vooruit. De kniexc3xabn, enkels en hielen zijn tegen elkaar aan. Strek de armen, de handen staan naast de heupen op de grond.
Breng je linkervoet omhoog langs je rechterdijbeen, zodat de voetzool tegen de binnenkant van het bovenbeen rust. Het rechterbeen blijft gestrekt liggen op de vloer.
Breng de handen ( bij elkaar) tijdens een krachtige inademing gestrekt en in een boog boven het hoofd. De aandacht en blik zijn hierbij op de handen gericht, de schouders zijn ontspannen.
Breng vervolgens de vingertoppen tijdens een uitademing in een grote boog in de richting van de tenen van de rechtervoet en pak de rechtervoet of het onderbeen vast. Kantel hiertoe het bekken, de beweging komt daar vandaan, niet uit de rug. De aandacht en blik blijven tijdens de buiging op de handen gericht. Gezicht en borst worden zover mogelijk richting rechterbeen gebracht.
Kom inademend met het hoofd omhoog, terwijl de handen blijven waar ze zijn. Strek de rug iets verder door, dus zorg er voor dat de rug hol is en buig vervolgens vanuit het bekken weer met het hoofd naar de rechterknie. Zorg ervoor dat je de schouders horizontaal houdt.
Laat het hoofd ontspannen op de knie liggen (of zover mogelijk in de richting van de knie) en adem rustig door.
Laat de adem toe en laat hem expanderen richting onderrug, bekken, xe2x80x98openxe2x80x99-kant van de houding. Er is iets meer ademruimte aan de kant waar het been gebogen is. Voel de (ontspannen) rekking aan de achterkant van het rechterbeen, bekken en rug.
Kom inademend, met gestrekte armen (blik blijft op de handen gericht tijdens de beweging), een grote boog makend, weer tot zit (eerst vingertoppen, dan rug).
Laat de armen zakken en breng beide benen weer naar voren. Voel de beweging na, ervaar het verschil in het lichaam.
Herhaal de oefening aan de andere zijde. Doe de asana in totaal 2 tot 3 maal.
5. Polariteit liggend
Ga liggen op de buik. Buig de benen. Je benen zijn wat uit elkaar, de kniexc3xabn raken elkaar niet. Adem uit en breng de voeten naar buigen en adem in breng de voeten naar benen. Maak er een vloeiende beweging van.
6. Salabhasana, Sprinkhaanhouding
Salabha = sprinkhaan
_____________________________________________________________________________
Halve sprinkhaan/Ardha-Salabhasana
Ga op de buik liggen, armen naast het lichaam, de handpalmen wijzen naar beneden, de benen zijn gestrekt met de voeten tegen elkaar aan. De kin steunt op de grond (als je last hebt van je nek, rust dan met je voorhoofd of wang op de grond). Voel de grond onder je lichaam. Maak contact met de ademhaling en breng je aandacht naar je linkerbeen, bil, onderrug en handpalmen.
Adem in, strek je linkerbeen (de knie komt iets van de grond) en breng hem omhoog. De heup komt niet van de grond, de heup dus niet draaien. De rechterbeen rust ontspannen op de grond. De linkervoet niet spitsen en geen abnormale spanning in de linkerkuit (onderkant been is een xe2x80x98beetje slapxe2x80x99).
Houd deze houding 5-10 seconden aan en adem gewoon door in de houding. Voel waar de spanning is.
Uitademend breng je linkerbeen langzaam naar beneden. Ontspan, voel even na en wissel dan van been.
Herhaal de oefening in zijn totaal twee maal.
Als je beide benen hebt gedaan, ga liggen op je buik met je hoofd op xc3xa9xc3xa9n wang, ga met je aandacht naar de onderrug en voel daar de adembeweging.
Sprinkhaan/Salabhasana
Ga op de buik liggen, vuisten in de liezen, de benen zijn gestrekt met de voeten tegen elkaar aan. De kin steunt op de grond (als je last hebt van je nek, rust dan met je voorhoofd op de grond). Voel de grond onder je lichaam. Maak contact met de ademhaling en breng je aandacht naar je benen, billen, onderrug en handen.
Adem in, strek je benen licht (de kniexc3xabn komen iets van de grond), strek jezelf uit en breng de benen omhoog (werk vanuit de benen (ruimte) en niet de bekken (beperkt) Kom in een doorgaande vloeiende beweging omhoog (niet met een zwiep) Zo bewegen dat de adem door kan gaan. Het bekken komt van de grond. Druk met je vuisten krachtig tegen de grond. Als je last hebt van je nek kan je je bovenlichaam ook van de grond tillen.
De voeten niet spitsen en geen abnormale spanning in de kuiten (onderkant van de benen is een xe2x80x98beetje slapxe2x80x99).Houd deze houding 5-10 seconden aan en adem gewoon door in de houding. Voel waar de spanning is. Voel de ademruimte die overblijft en adem in deze ruimte.
Uitademend breng je je benen langzaam naar beneden.
Ontspan helemaal door weer op je buik te liggen met je hoofd op de andere wang en voel na. Blijf met je aandacht bij het centrum waar de spanning was, ontspan dat gedeelte, laat het zacht worden. Laat ook de adem toe in deze ruimte. Voel de adem in de onderrug.
7. halve kaars
Ga liggen op de grond. Voel hoe je ontspannen ligt. Adem in en breng je benen omhoog. Je duwt jezelf wat verder omhoog met behulp van je handen.
Zet dan de handen in de rug bij de billen en til In langzaam en gelijkmatig tempo de benen op. De buikspieren doen het werk, dus er is geen spanning in voeten, benen, hals. Rustig doorademen.
Als benen loodrecht omhoog zijn gekomen, onderlichaam omhoog laten komen. Strek de benen en breng ze ook zo verticaal mogelijk.
De benen zijn wel gestrekt, maar niet gespannen. Voeten staan ontspannen tegen elkaar aan. Adem rustig naar de buik.
Als je terug komt doe je de beweging in omgekeerde volgorde en let daarbij op het volgende:
Adem uit terwijl je dit doet. Of doe het langzamer, adem door en ga op iedere uitademing een klein stukje naar beneden. Houd de aandacht bij de buikspieren.
Steun met de armen op de vloer.
Laat het hoofd op de grond liggen. Als het enigszins kan, niet meegaan in de kromming van de romp.
Languit liggen en navoelen.
Werking
xc2xb7 Door de omgekeerde stand stroomt het aderlijke bloed makkelijk weg uit benen en onderbuik, waar het anders de neiging heeft te stagneren. Daardoor is de houding goed:
o om de algehele bloedsomloop te stimuleren
o om de elasticiteit van bloedvaten te bevorderen
o als de benen veel worden overbelast
o tegen spataderen en aambeien
o als je last hebt van verzakkingen, bijvoorbeeld van nieren, maag, ingewanden, baarmoeder
o tegen constipatie en andere opstoppingen in de buik, en ter bevordering van de spijsvertering.
xc2xb7 Het extra aangeleverde aderlijke bloed zet de longen aan het werk, die vervolgens het inmiddels zuurstofrijke bloed aan het hart doorgeven. Daarna stroomt het slagaderlijke bloed makkelijk naar het bovenlichaam en het hoofd. Door deze extra doorbloeding:
o en de kromming van de halsslagader, worden schildklier en bijschildklier gestimuleerd. Dit is gunstig bij kleine afwijkingen in het functioneren (hypo xe2x80″ te weinig, hyper xe2x80″ te veel) die bijvoorbeeld vertragend werken op de spijsvertering. De schouderstand werkt hier dus corrigerend.
o worden ook andere endocriene klieren gestimuleerd. Zo bevordert de houding het hormonale evenwicht.
o werkt de houding verjongend op het uiterlijk; rimpels worden voorkomen of verdwijnen, de hoofdhuid en de haarwortels worden gevoed
o krijgen ook de hersenen meer bloed toegevoerd. Dit kan helpen bij hoofdpijn, slecht humeur, spanningen, prikkelbaarheid, zenuwinzinkingen.
o kan verbetering optreden bij bronchitis, keelklachten, verkoudheid en andere neuskwalen.
xc2xb7 Door de speciale stand van de borstkas, die nu in zijn bewegingen beperkt is, wordt de hoge ademhaling belemmerd. De houding dwingt tot buikademhaling. Aan de andere kant drukken inwendige organen tegen het middenrif. Dit bevordert de (volledige) uitademing. Daardoor is de houding goed:
o voor astmalijders
o bij kortademigheid.
xc2xb7 En verder:
o De zenuwdraden in het halsgedeelte van de wervelkolom worden vrijgemaakt, versterkt en hersteld.
o De buikspieren worden versterkt, vooral als een pauze wordt ingelast bij 30 en 60 graden, bij het optillen en laten zakken van de benen.
o De rug wordt sterk en elastisch van deze houding.
o De houding geeft rust en sereniteit.
Contra-indicatie
o Als het niet lekker (meer) voelt in je hoofd, onmiddellijk stoppen.
o Nekklachten
o Hoge bloeddruk. Daarbij mag de halve kaars wel.
o Doe bij lage bloeddruk rustig aan.
o Oorontsteking
o Netvliesproblemen, verhoogde oogdruk
o Menstruatie tweede dag
o Hernia
o Sinusitis
o Migraine
o Niet te lang doen bij oorsuizing
o Epilepsie
YOGA NIDRA
Voorbereiding: Ga op je rug op de grond liggen. Het lichaam is recht van top tot teen, de benen een beetje uit elkaar en de armen iets van het lichaam af, met de handpalmen naar boven gekeerd. (pauze)
Maak alles in orde, je lichaam, houdingen kleding,tot je helemaal goed ligt. Tijdens de oefening moet je lichaam niet bewegen. (pauze) Doe je ogen dicht en houd ze gesloten tot gezegd wordt dat je ze open mag doen. Haal diep adem en terwijl je uitademt voel je al je zorgen en problemen van de dag uit je wegstromen. (pauze)
In de nu volgende oefening ga je een gevoel van ontspanning in het lichaam ontwikkelen. Het is niet nodig je te bewegen of je spieren bewust los te laten, ontwikkel eenvoudig een gevoel van ontspanning. (pauze)
Het is hetzelfde gevoel dat je hebt kort voor je gaat slapen…als de ontspanning diep wordt, komt de slaap, maar je moet proberen jezelf volkomen wakker te houden, dit is heel belangrijk. Neem je nu voor: "Ik wil niet slapen, ik zal de hele oefening door wakker blijven". (pauze)
Het enige belangrijke is mijn stem te volgen. (pauze) Volg de stem met volle aandacht en gevoel en als zo nu en dan storende gedachten komen, erger je daar niet aan, ga gewoon door met de oefening. (pauze) Sta jezelf toe kalm en rustig te worden…
Breng nu een gevoel van innerlijke ontspanning in het gehele lichaam… concentreer op het lichaam en word je ervan bewust hoe belangrijk volkomen rust is. (pauze)
.
We beginnen nu met de rondgang door het lichaam. Herhaal het lichaamsdeel in je gedachten en voel dat deel. Blijf steeds aandachtig, maar concentreer je niet te sterk.
Voel de rechterhand. (pauze) Rechterzijde: Duim van de rechterhand, wijsvinger, middelvinger, ringvinger, pink, palm van de hand, voel je handpalm, rug van de hand, de pols, de onderarm, de elleboog, de bovenarm, de schouder, de oksel, de rechtertaille, de rechterheup, de rechterdij, de knie, de kuit, de enkel, de hiel, de zool van de rechtervoet, de bovenkant van de voet, de grote teen, de tweede teen, de derde teen, de vierde teen, de kleine teen…
Linkerzijde: Voel de duim van de linkerhand, wijsvinger, middelvinger, ringvinger, pink, palm van de hand, rug van de hand, de pols, de onderarm, de elleboog, de bovenarm, de schouder, de oksel, de linkertaille, de linkerheup, de linkerdij, de knie, de kuit, de enkel, de hiel, de zool van de linkervoet, de bovenkant van de voet, de grote teen, de tweede teen, de derde teen, de vierde teen, de kleine teen…
Achterzijde: Nu de rug. Word je bewust van het rechterschouderblad linkerschouderblad… de rechterbil, de linkerbil… de wervelkolom… de hele rug tezamen…
Voorzijde: Ga nu naar de bovenkant van je hoofd. Bovenkant van het hoofd, het voorhoofd, de beide zijkanten van het hoofd, de rechterwenkbrauw, de linkerwenkbrauw, de ruimte tussen de wenkbrauwen, het rechter ooglid, het linker ooglid, het rechteroog, het linkeroog, het rechteroor, het linkeroor, de rechterwang, de linkerwang, de kin, de keel, de rechterhelft van de borst, de linkerhelft van de borst, het borstbeen in het midden, de navel, de buik…
Belangrijkste delen als geheel: Het hele rechterbeen… het hele linkerbeen … beide benen tezamen. (pauze) De hele rechterarm … de hele linkerarm… beide armen tezamen. (pauze) De hele rug, billen, wervelkolom, schouderbladen… de hele voorzijde, buik, borst … de hele rug en voorzijde… tezamen… het hele hoofd … het hele lichaam tezamen… het hele lichaam tezamen… het hele lichaam
tezamen.
Val niet in slaap… geen beweging. (pauze) Het hele lichaam op de vloer,
word je bewust van het hele lichaam liggend op de grond. (pauze) je lichaam ligt op de vloer, zie je lichaam perfect stil op de vloer liggen… in deze ruimte. (pauze)
Visualiseer dit beeld in je gedachten. (lange pauze)
Ademhaling: Word je bewust van je adem. (pauze) Voel de stroom van je adem de longen in en uit gaan. (pauze)
Probeer niet het ritme te veranderen, de adem is natuurlijk, automatisch… jij doet het niet, er is geen inspanning. (pauze) Voel je adem, ga ermee door, ga ermee door… volledig voelen van de adem. (lange pauze)
Concentreer je op de beweging van het gebied rond je navel… concentreer op je navelbewegingen. (pauze) je navel rijst en daalt zachtjes met elke adembeweging, met iedere keer ademen zet de navel uit en trekt hij samen… concentreer je op deze beweging die gelijktijdig met je adem gaat. (pauze) Ga hier mee door, maar blijf er zeker van dat je bewust bent.(lange pauze)
Slot: Laat nu alles wat je gedaan hebt los, richt je aandacht naar buiten en word je bewust van je adem… word je bewust van de natuurlijke adem. (pauze) Voel het gehele lichaam en voel de adem. (pauze)
je lichaam ligt helemaal ontspannen op de vloer… je ademt rustig en langzaam. (pauze) voel je lichaam van de bovenkant van je hoofd tot aan de toppen van je tenen. (pauze) Word je bewust van de vloer, en waar je lichaam op de vloer ligt… visualiseer de ruimte om je heen, word je bewust van je omgeving. (pauze)
Blijf nog even stil liggen en houd je ogen dicht. (pauze) Begin je lichaam te bewegen en rek jezelf uit. Neem er de tijd voor, haast je niet. (pauze) Wanneer je zeker weet dat je goed wakker bent, ga dan langzaam zitten en doe je ogen open.