Hoe krijg je prikkels binnen?
Om te kunnen functioneren in het dagelijkse leven handel je bewust en onbewust naar aanleiding van de informatie die je binnenkrijgt via de zintuigen. Dit kan zowel zijn van buiten het lichaam als binnen het lichaam. Denk bij informatie vanuit het lichaam aan pijn, hongergevoel, dorst, spanning en angst. En bij informatie van buiten het lichaam gaat het om koude, warmte, lawaai, donker/licht, kleur, geur, normen waarden, gewoonten, voorschriften en wetten.
Zintuigen
In het algemeen gaat men uit van de vijf klassieke zintuigen (zien, horen, proeven, ruiken en voelen). Echter prikkels komen binnen via meer kanalen.
De informatievoorziening is in te delen in vier soorten,
- ten eerste zintuigen die te maken hebben met gevoeligheid voor chemische stoffen als de reuk, de smaak en de zuurgraadsensoren.
- Ten tweede de zintuigen die gevoelig zijn voor temperatuurverschillen zoals de warmte en koudezintuigen in de huid.
- En ten derde de zintuigen die gevoelig zijn voor mechanische prikkels. Dat betreft de tastzin in de huid, de drukzin en de pijnzin. In het lichaam betreft het de spier- en gewrichtszin, de pijnzin en de druksensoren in de bloedvaten. Ook het gehoororgaan en het evenwichtsorgaan behoren hiertoe.
- Het laatste soort zintuig is het oog, wat gevoelig is voor licht.
Zintuigen in de yoga
In de Sāmkhya, een filosofie waarop de yoga berust, was men van mening dat er elf zintuigen waren. Dat betrof de vijf zintuigen van de perceptie: ogen, oren, smaak, reuk, en tast. Daarnaast de vijf zintuigen van het handelen: spraak, handen, benen, geslachtsorganen en de organen van de spijsvertering en de ontlasting. Deze tien uiterlijke zintuigen laten de actuele werkelijkheid zien. Het elfde zintuig laat echter de virtuele werkelijkheid zien. Dit elfde zintuig is een innerlijk zintuig die de werkelijkheid waarneemt die verborgen ligt in het verleden en de toekomst.
Wat gebeurt er met de prikkels in je lichaam?
Voor de vraag wat er met die prikkels gebeurd die je binnenkrijgt via je zintuigen is het zenuwstelsel van belang. De activiteiten van het zenuwstelsel bestaan uit elektrische en chemische impulsen die automatisch reageren op ervaringen, emoties en herinneringen. Een zenuwnetwerk van perifere en autonome zenuwen verzorgt de communicatie tussen hersenen en ruggenmerg en de rest van het lichaam. Dit netwerk ligt buiten het centrale zenuwstelsel en vertakt zich door het hele lichaam.
Het zenuwstelsel bestaat uit het autonoom zenuwstelsel en het willekeurig zenuwstelsel.
Willekeurig zenuwstelsel
Het willekeurige of animale zenuwstelsel zorgt voor de relatie met de buitenwereld door zintuiglijke waarnemingen en bewegingen. Het gaat hierbij om impulsen naar het centrale zenuwstelsel door gevoelens vanuit het lichaam, bijvoorbeeld pijn of druk. En het gaat om impulsen die worden opgemerkt door de zintuigen, bijvoorbeeld de ogen of de oren.
Autonoom zenuwstelsel
Het autonoom zenuwstelsel is het vegetatieve, onwillekeurige zenuwstelsel. Het staat niet onder invloed van de wil; het zorgt voor de instandhouding van de voor het leven noodzakelijke functies. Het heeft vooral een relatie met de inwendige organen in de buik- en borstholte. Het zorgt voor regulatie van de orgaanstofwisseling (zoals spijsvertering, ademhaling, circulatie en excretie), voortplanting, de slaap en de temperatuurregulatie. Het autonoom zenuwstelsel wordt sterk beïnvloed door emoties. Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit het sympathisch, het parasympathisch en het intramuraal zenuwstelsel.
Sympathisch zenuwstelsel
Het sympathisch zenuwstelsel is te vinden in het ruggenmerg, een aantal ingewanden en verschillende zenuwen naar de organen. Het zorgt ervoor om het lichaam in staat van paraatheid te brengen door de hartactie te stimuleren, de ademhaling te versnellen en het bloedglucosegehalte te verhogen. Dit doet zich voor bij verhoogde spieractiviteiten en stresssituaties. Dit sympathisch zenuwstelsel zet aan tot de fight, flight of fright- reacties. Daarnaast zorgt het voor het remmen van de activiteit van het spijsverteringskanaal en het heeft dezelfde functie als het hormoon adrenaline.
Parasympatische zenuwstelsel
Het parasympathische zenuwstelsel is de tegenhanger van het sympathische zenuwstelsel. Dit zorgt voor herstel en rust, opslag en de energiehuishouding. De spijsvertering wordt door het parasympatische zenuwstelsel geactiveerd. De centrale delen zijn gelegen in de hersenstam, van waaruit parasympatische zenuwen lopen naar alle organen waar naartoe en ook sympathische zenuwen lopen. Een zeer belangrijke parasympatische zenuw is de nervus vagus die vele vegetatieve organen beïnvloedt.
Intramurale systemen
Tot slot zijn er nog de intramurale systemen. Dit zijn groepjes zenuwcellen in het lichaam waar de impulsen van het sympathische of parasympatische zenuwstelsel worden verwerkt.
Functies zenuwstelsel
De volgende functies van het zenuwstelsel zijn te onderscheiden:
1. Het registeren van de prikkels. Dat betekent feitelijk dat in het lichaam de opgevangen waarneming van het zintuig wordt omgezet in een impuls die wordt vervoerd naar het centraal zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel zijn de hersenen en het ruggenmerg.
2. Het verwerken van de prikkels. Dat betekent dat aangeboden informatie door het centrale zenuwstelsel worden beoordeeld en dat er een beslissing op grond daarvan wordt genomen. Dat kan zowel bewust als onbewust.
3. Het opwekken van prikkels. Te weten het opwekken van een impuls. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de motoriek.
4. Het reageren op prikkels. Hierbij gaat het om dat je je aanpast aan de veranderde omstandigheden. Dit geldt zowel voor de buitenwereld als de binnenwereld.
5. Psychische activiteiten zoals het bewustzijn, herinneren, denken, voelen en willen.
6. Het coördineren van functies.
Hieruit blijkt dat het zenuwstelsel uitermate belangrijk is. Het zorgt er eigenlijk voor dat je in staat bent om te weten wat er om je heen en in jezelf gebeurt en hoe je daar mee om moet gaan. Hieruit blijkt echter ook dat de verschillende functies nauw met elkaar zijn verbonden. Als er op één punt een probleem ontstaat, kan dit doorwerken in de overige functies.
Wat zijn de gevolgen als je de prikkels niet goed kan verwerken? Het is vooralsnog niet duidelijk waarom hooggevoeligen meer gevoelig zijn voor prikkels dan andere mensen. Ligt het aan het feit dat zij meer prikkels kunnen registeren of ligt het meer aan dat zij moeite hebben met de verwerking daarvan? Hoe dan ook; doordat psychische activiteiten hieraan nauw zijn verbonden is het niet vreemd dat juist ook daar problemen kunnen ontstaan. Doordat je moeite hebt met registeren of verwerken ontstaan ook gevolgen voor de psyche. Het kan spanningen creëren die tot stress kunnen leiden. Hooggevoeligen zijn daarom meer gevoelig voor stress.